Christine ontmoet haar ongeboren tweelinghelft. Ze beschrijft de hele sessie waarin ze van haar paniekgevoelens en hartkloppingen af kwam.
“Ik lag op het bed, en het gebeurde allemaal vanuit deze plek. Ik moest eerst een prettige plek voorstellen hier op aarde. Ik lig op een weide. Ik ruik de weide, neem de weide waar. Ik weet niet meer precies of ik in bed of in de weide lig. Margots stem is mijn ankerpunt die mij ervan overtuigt dat ik nog steeds op het bed lig. Ik word de weide. Het is een wonderbaarlijk gevoel om een te worden met de natuur. Ik vraag aan mijn engelen om me af te halen en mij naar het licht te brengen. Ze staan allen in een rij voor me. Zij staan op een eigen onzichtbare bodem iets boven de aarde. Ze nemen me mee. Hoger en hoger. Ik voel me veilig, maar ben ook opgewonden en nerveus nu naar het licht te gaan. Ik maak me een beetje zorgen. Hoe werkt het? Ik lig toch echt op het bed. Hoe kan mijn ziel zich van mijn lichaam scheiden en er weer terug in komen? Als mijn ziel zich scheidt is zij dan niet voor eeuwig gescheiden? Margot zegt dat het goed is en vraagt wat ik doe.

Ik sta in het licht met mijn engelen. Het is cirkel van licht in het midden van een donker blauw universum. Rechtsboven is een zwarte vlek in het licht. Ik vraag om binnen te komen. Dat is niet toegestaan. Eerst moet ik humus brengen, dan mag ik erin. Dat begrijp ik niet. Ik breng toch geen eten mee naar de hemel. Ik vraag het weer en weer, totdat ik het antwoord te krijg. Ik moet dansen. Ik ga dansen en onmiddellijk ben ik in het licht. Het is WOW! Zo mooi! Overweldigend! Gewoon sprakeloos! Ik ben alleen gedachten. Ik ben een met het licht. Eenheid. Vrede. Ik heb geen lichaam en ben een met alle anderen. Het is een verzameling van gedachten, van besef. En het is niet meer helder wat van mijzelf is of van een ander, maar dat doet er niet meer toe. Ik ben volkomen gelukkig en tevreden. Ik vraag naar mijn tweelinghelft, en daar hou ik hem meteen, stevig verstrengeld als een cocon, in mijn armen. Hij voelt heerlijk. Hij bevrijdt zich en schreeuwt tegen me, dat ik hem toch eindelijk moet los laten. Ik zou mijn eigen leven leiden, en daar heb ik hem niet voor nodig. Hij had geen rede meer mij te dragen. “Wij zijn twee afzonderlijke zielen! In twee afzonderlijke lichamen en gezinnen op aarde! Dat moet je toch eindelijk begrijpen?” Ik ben verward. Het maakt me verdrietig om dit van hem te horen, maar ik begrijp wat hij me wil vertellen.
Ik vraag hem opnieuw de weg naar de aarde met mij te doorleven, zodat ik kan begrijpen hoe het echt was gegaan. Na wat gemor stemt hij toe. We gaan. Het is een mooie reis. We verheugen ons beiden heel erg om onze moeder te ontmoeten en vooral om weer op de aarde te zijn. We dansen, zingen en stralen van geluk. Wij nemen er de tijd voor. We genieten de weg naar ons nieuwe huis. Wij bekijken alle planeten in de kosmos en praten met zielen die we tegenkomen. Het is een prachtige tijd vol vreugde. Wij zijn zeer benieuwd en verheugen ons op de ervaringen met de aarde. Als we de 2 lichamen ontmoeten die bereid zijn en voor ons klaar staan, voelt het als een grote onweersbui. Ongelooflijk energetisch geladen, vol vitaliteit en kracht in alle mogelijke manieren. Het voelt heerlijk in de moederschoot. Geborgen. Wij zijn beiden erg blij, dit samen te ervaren. Maar dan komt de zin: “Ik kan niet. Ik doe het niet. Een tweeling kan ik niet aan”. Paniek breekt uit. Alles wordt donker. De baarmoeder trilt. Onze moeder wil ons niet. Wat doen we nu? Ik word woedend en begin met haar te bespreken, en schreeuwde dat dit zo toch niet zou werken. “We verheugen ons zoveel om op aarde te komen. Wij kozen uw buik niet zonder reden! Wij kunnen u helpen!” Ik stel haar voor een gemakkelijk leven met een tweeling te hebben in dit leven. Maar mijn broer blijft stil. Hij voelt zich niet gewenst op deze aarde. Het maakt niet uit hoeveel ik probeer hem te motiveren en op te vrolijken, hij blijft stil. Het wordt kouder en kouder naast me. Ik zie hoe mijn tweeling helft het leven opgeeft en langzaam sterft. Ik voel me hulpeloos. Hij is vertrokken!
Margot leidt mij terug in de baarmoeder, kort nadat daar de paniek uitbrak. Nu, stel ik mijn broer de vraag: “Waarom gaf je op?” Hij: “Omdat mama mij niet wil” Ik: “Wie heeft gezegd dat mama jou niet wil? Misschien wilde ze mij wel niet.” Hij: “Oh… daar heb ik niet aan gedacht. Ik was zo diep in mijn paniek en mijn teleurstelling, dat mama me niet wil, dat ik alles om mij heen had vergeten. Dit was voor mij de enige oplossing. Dus ik dacht: Mama’s wil is wet.” Ik: “Maar jij kunt toch ook mee beslissen?” Hij:” Ja dat klopt maar dat zag ik niet meer. Ik heb te veel macht gegeven aan de angst van onze mama. Het spijt me. Ik had meer verantwoordelijkheid voor mezelf moeten nemen.” Dit besef veranderde de situatie in mijn moeders buik. Wij schrijven samen concepten voor mijn moeder; plan het leven op aarde. We verheugen ons op de geboorte om mijn moeder te zien. We verheugen ons haar te laten zien hoe zij haar leven samen met mij kan managen. De dag van de geboorte. Ik ben geboren. Mijn tweeling broer blijft als energie vanuit het licht, als herinnering, als mijn beschermengel bij mij.”
Bekentenissen van Christine:
“Ik voel de eenheid in mij zelf.
1 Achteraf besefte ik wat het licht me wilde zeggen met: “Neem humus mee.” Humus = aarde = veiligheid. Het 2e antwoord was: ‘Dans’. Dansen = aardend voor mij.
1.1 Ik had wat bedenkingen om in het licht te gaan, maar waarschijnlijk komt men hier alleen angst-vrij en geaard, in zichzelf. Misschien wilde het me zekerheid geven, dat ik terug kom naar de aarde, en daardoor kon ik genieten van de tijd in het licht.. Ik ben nog niet zo zeker van welk van de 2, maar beiden voelen goed, omdat het licht me heeft geholpen.
2 Ik hou van dansen. Voor mij is dansen als mediteren. Het brengt me in mijn lichaam.
2.1 Mijn tweelingdeel en ik kwamen dansend in de buik van mijn moeder aan. Onderweg, was ik vervuld van een oer vertrouwen en geluk.
3 Ik word meteen boos als anderen depri zijn en geen moed meer voor het leven hebben. Ik zal nu ook nog steeds boos worden, maar houd meer afstand en zal me realiseren dat het niet mijn last is dat ik moet dragen.
3.1 Ik moest toekijken hoe mijn tweeling zichzelf opgaf en stierf.
4 Ik word meteen boos wanneer anderen hun beslissingsbevoegdheid afgeven. Het maakt me nog steeds treurig, maar ik kan er nu met meer kalmte naar kijken en hoop dat ze uiteindelijk zelf beslissen en dat het goed gaat met hen.
4.1 Mijn tweelingdeel gaf zijn beslissingsbevoegdheid aan mijn mama af. En vocht zelf niet voor zijn leven. Hij vond het woord van mijn mam belangrijker dan zijn eigen woord.
5 Ik heb graag andermans zorgen gedragen en hielp hen onvoorwaardelijk. Daarbij heb ik vaak mij en mijn eigen behoeften vergeten.
5.1 Ook in de baarmoeder droeg ik mijn broer. Hij wilde zichzelf opgeven en ik wilde hem in wat dan ook motiveren. Hij zou levensmoed ontwikkelen, maar hij wilde niet.
6 Ik word meteen boos wanneer anderen hun afspraken niet nakomen. Ik word nog steeds triest, maar dan is het in orde.
6.1 mijn broer beloofd me te komen op de aarde, maar hij deed het niet.
7 Tijdens mijn paniekaanvallen, voelde ik me niet welkom op aarde. Ik dacht dat ik ging sterven
7.1 Mijn tweelingbroer voelde zich niet welkom en stierf. Het waren zijn gevoelens / herinneringen.
8 Bij paniekaanvallen was ik altijd koud.
8.1 Ik voelde deze koude toen hij stierf.“Ik ben op deze aarde om mensen te helpen in het nemen van persoonlijke verantwoordelijkheid. Zodat ze zichzelf leren te vertrouwen en zodanig leven hoe ze willen leven.”
Christine
Jorinde: “Ik werd op school gepest.
Daar kon ik niet van slapen. Ook had ik hoofdpijn en nekklachten enzo. Daarvoor was ik al 2 keer bij de fysiotherapeut geweest. Die heeft mijn nek gekraakt. Ondanks dat gingen mijn nekklachten en hoofdpijn niet over. Op school noemden ze mij een Nerd. Ze dachten dat ik altijd aan het leren ben. Ik vind van niet, want ik voetbal ook. Maar ik leer gemakkelijk en serieus. Ik vind mijzelf te klein, ben 1.64 m. Ik ging altijd door mijn enkels met sporten. Op vakantie kon ik niet lang wandelen want dan kreeg ik last van mijn voeten. In de herfst heb ik bij de voetbal mijn enkelband verrekt. Ik ging te lang door. Maar voetbal vind ik een fijne sport. Dan kun je jouw boosheid kwijt. Door hard te trappen heb ik wel een aantal doelpunten gemaakt. Gisteren was ik voor de 5e en laatste keer bij Margot. Het is wel klaar. Ik heb meer vertrouwen in mijn lichaam, meer vertrouwen in mijzelf. Ik heb zoveel geleerd. Met voetbal was ik altijd bang dat er een sliding op mijn enkels werd gezet. Maar als je je inhoudt, dan loop je juist meer kans op blessures. Nu speel ik de trainer voorbij en bij de doelpunten die er worden gemaakt maak ik meestal de voorzet. Ik ben zelfs aanvoerster geworden.

Na de vakantie ben ik naar het VWO gegaan. Nieuwe meiden hebben me opgenomen in hun groepje. Ik kende er een paar van de sportklas. Ik merk nu dat ik vorig jaar meer vriendinnen had dan ik wist. Er zit 1 meisje van de vorige klas naast me bij een les maar het nu juist heel gezellig. Zij pestte mij niet maar kwam ook niet voor me op. Ik vind het minder eng om naar mensen toe te gaan. Nu stap ik erop af. Terwijl ik altijd had gedacht dat ze me wel niet leuk zouden vinden. Ja, dan had ik de blik naar binnen. Ik sloot me af terwijl ik eigenlijk heel open ben. Als mensen bij mij zijn en ik ben vrolijk dan worden zij ook vrolijk. En ik krijg veel meer complimenten over mijn kleding Ook al heb ik die kleding al een hele poos. Dat komt omdat ik er zelf anders in sta. Met een meisje die ik vaag kende, maar we allebei eigenlijk niet naar elkaar toe durfde te stappen, ben ik nu beste vriendinnen. Bij elke les wil er iemand naast me zitten en dat is leuk en dat geeft mij een fijn gevoel. Bij Margot leerde ik anders op mijn voeten te gaan staan. Vroeger stond ik eigenlijk een beetje te draaien op de ene of andere voet. Ik heb de neiging tot platvoeten en hield mijn gewicht achter, waardoor ik de enkels steeds verzwikte. In die tijd durfde ik ook eigenlijk niet vooruit te gaan. Enkels hebben volgens Margot met vooruitgang te maken. Nu ik naar voren kom in mijn voeten en meer op de buitenrand van mijn voeten sta, komt er zelfs een holte in beide voeten. Daardoor kan ik me beter opstrekken en lijk ik langer. Ook de ademoefeningen geven mij vertrouwen. Ik ga dan minder in mijn hoofd zitten en maak me minder zorgen. Mijn nek- en hoofdpijn zijn verdwenen en ik slaap goed.”
“You’re braver than you believe, and stronger than you seem, smarter than you think and more beautiful than you look.”
Jorinde
Moeder en zoon namen afscheid van hun tweelinghelft in de moederbuik. De zoon had jaren last van hoofd- en buikpijn depressie en was tegendraads.
“Hallo, ik heb Margot leren kennen en daar ben ik erg blij mee en zal vertellen waarom. Ik ben nu 13 jaar en al heel veel jaren zijn mijn ouders met mij op zoek geweest naar iemand die mij kan helpen. Ik heb veel trainingen en cursussen gedaan om in mijn hoofd sterker te worden. Alles hielp wel wat maar niet genoeg. Ik was depressief en vond het leven echt niet leuk. Heel vaak had ik buikpijn en hoofdpijn en toen ik ouder werd was ik dan ook misselijk. Dan kon ik soms niet naar school en moest thuis bijtanken, zoals mijn moeder dat noemde. Ik sliep dan een poos en als ik wakker werd, was ik weer fit. Mijn moeder had Margot verteld dat ik niet lekker in mijn vel zat.We zaten nog maar net bij Margot en ze wist meteen te vertellen hoe ik me voelde. Zonder dat ik het had verteld!!! We zijn naar buiten gegaan en we hebben eerst alle entiteiten die niet bij mij horen weggestuurd. Het waren er heel veel. Meteen voelde ik me lichter en veel beter. Daarna heb ik geleerd hoe ik in mijn lichaam moet blijven. En ik kan zelf nu ook ongewenste entiteiten weg sturen. Ik kan me nu dichtritsen en afsluiten voor alles wat ik niet bij me wil hebben. Anders voel ik te veel wat andere mensen voelen en krijg weer hoofdpijn enzo. We hebben veel ontspannings- oefeningen gedaan. Ik heb geleerd om rechtop en goed op mijn voeten te staan en we hebben ook veel gepraat en Margot heeft me veel verteld. Het aller mooist maar ook het spannendste was dat ik heb gepraat met mijn tweeling broertje. Hij is in de buik van mijn moeder al terug gegaan naar de geestenwereld. Misschien was ik daarom al van het begin af een huilbaby en later niet zo gelukkig. Nu praat ik ook nog wel eens met hem, en vraag soms om hulp. Het gaat nu heel goed, ik heb oefeningen voor als het even niet zo goed gaat. En dat helpt!
Ik vind het erg fijn bij Margot, ze is heel lief. “
Tom, 13 jaar
De moeder had jaarlijks een terugkerende blaasontsteking. “Na mijn zoon ben ik bij Margot geweest.
Een reis terug naar voor mijn geboorte. Mijn tweeling zus is tijdens de geboorte overleden. Ik wil graag contact met haar maken en weten hoe het is met haar. Op de dag van onze afspraak heb ik blaasontsteking. Ik belde af maar Margot stimuleerde me toch te komen. Dus ik ben wel gegaan om meteen de vraag neer te leggen waarom ik elk jaar een aantal keren blaasontsteking krijg. De eerste keer was voor zover ik kan herinneren na de geboorte van mijn dochter die nu 11 jaar is. Ik hoorde nu dat de blaasontsteking te maken kan hebben met boosheid, of het niet willen en of kunnen uiten van pissigheid. We besloten de aandacht te richten op de blaasontsteking en/ of de zwangerschap. Dat wat het belangrijkste voor mij zou zijn. Lekker liggen, ontspannen en letten op de ademhaling. Via een mooie plek gaan we terug. De mooie plek is het bos. Het is herfst en ik loop in het bos naar een open plek tussen de bomen. De zon schijnt en het bos is geel, rood en bruin gekleurd. Ik luister naar de stem van Margot en geef antwoord op haar vragen. Voor ik het weet zit ik in een bal van water. Voor me zie ik donkerrode bloem bladen die dichtgaan/ zich ergens omheen vouwen. Waarom heen kan ik niet zien. Het is donker en kil. De bloem wordt steeds kleiner en raakt steeds verder weg.
Margot zegt dat we nog verder terug gaan in de tijd. Nu zie ik voor me een misvormd “iets” het heeft een hoofd met daaraan kleine armpjes/ handjes. Ik kijk naar mezelf en zie er net zo uit. Raar hoor. Margot vraagt of we feutjes zijn………….ja, ik zie het. We gaan nog een stukje verder terug in de tijd. We zijn nu in de geestenwereld voor we de stap naar de buik maakten. Iets houdt me tegen. Ik zie mezelf als een lichtbol en een kleinere staat naast me. De kleinere energie duwt in mijn rug om me de stap te laten maken. Margot vraagt of we afspraken hebben gemaakt. Ja. Ik word een stuk op weggebracht door de andere energie (mijn zus) en daarna zou ik alleen verder gaan. Ook vragen we of de blaasontsteking voorkomen kan worden en of mijn zus hierbij wil helpen. Daarbij wil ze helpen. Waarom kies ik voor deze ouders?? Ik kies voor hen om de liefde, de warmte en ik zie mijn vader met hele grote handen. Beschermend! Even later dobberen we op het water. Een bal van water, en er is rust. (In de baarmoeder) Nu zie ik weer de (bloem) bladeren. Mijn zus zit erin zie ik nu. Ze lacht en zwaait. Ik lach en zwaai terug. We nemen afscheid. Het is goed zo. De bladeren gaan dicht en de bloem drijft steeds verder weg. Zij verdwijnt. Het wordt nu donker, koud en kil. Ik krijg het nu ook erg koud en lig te bibberen. Ik voel dat er op me geduwd wordt, handen proberen me te pakken. Ik kruip naar achter. Weer voel ik duwen in mijn rug. Ik voel dat ik nu geboren moet worden. En dan ben ik geboren. Het is licht en koud. Heel erg koud. Ik schreeuw!!!! En blijf nog heel erg lang huilen. Ik lig bij mijn vader in z’n armen. Hij heeft grote beschermende handen. Aan mijn rechterkant zie ik energie ( mijn zus). Ze raakt me aan op mijn schouder. Troost me. Ik ben erg verbonden met mijn moeder. Ik merk dat ze verdrietig is en boos om het feit dat ze een dood geboren kind heeft. “Maar ik ben er ook, mama!” Onze buiken zitten tegen elkaar/ lopen door elkaar. We moeten loskomen van elkaar. De navelstreng moet doorgeknipt worden. Daar is de bol energie weer en gaat tussen ons in staan, en duwt ons een stukje uit elkaar. Dat voelt goed. Ik voel/ zie een energie om me heen springen, dansen en draaien. Vrolijk en lachend. Ze duwt en trekt aan me. Heel speels. Ik kom langzaam aan weer terug in deze wereld. Dit ook weer via het mooie herfstbos. Mijn moeder vertelde me later dat ik met een flinke ondertemperatuur geboren ben. Ik heb veel gehuild als baby. Ja en ze moest bekennen dat ze ook wel boos en erg verdrietig was toen. Ze was dus niet blij met mij! Zelf heb ik altijd moeite gehad bij het zetten van een nieuwe stap.
Nu, 3 maanden later heb geen blaasontsteking meer gehad en weet ik dat de energie van mijn zus vanuit het licht me dan helpt. Dat geeft moed.”
Sandra
Een studente 23 jaar, voelde zich futloos, flauw en koud. Ze had moeite met de liefde, tot ….
“Toen ik bij Margot binnenkwam voelde ik me erg futloos, flauw en koud. Daarnaast had ik veel aan mijn hoofd; voornamelijk dat ik in een relatie was waarvan ik niet kon genieten en daarnaast nog steeds moeite had om mijn ex los te laten. Margot vertelde me later ook dat ze een heel slap handje van me kreeg. Als ik er nu op terugkijk besef ik me dat ik niet echt in mijn lichaam was; met alle gevolgen van dien. Niet in je lichaam zijn klinkt raar. Waar ben je dan? Om dat uit te leggen daag ik je als lezer uit om even naar je voeten te gaan. Heb je koude tenen? Of juist warme voeten? Knellen je schoenen? Of raak je met je sokken de vloerbedekking? Goede kans dat je niet zo bewust met je voeten bezig was. Waarschijnlijk was je meer in je hoofd bij het lezen van deze tekst. Doordat ik zoveel in mijn hoofd was had ik weinig contact meer met mijn lichaam; en werd het koud. En energieloos. Dit voelde Margot na mijn slappe handje ook meteen (prikkeloverdracht). Dus aan de slag! Met mijn lichaam.
Het begon heel erg simpel met staan en ademen. Door een betere houding aan te nemen en mezelf tijd te gunnen om te ademen veranderde er veel. Bloed begon te stromen; mijn kouwelijkheid werd een stuk minder. Maar er veranderde meer. Ook mijn gedrag en gevoelens veranderde; ik gaf mezelf ruimte. Dit leidde tot veel emoties maar uiteindelijk tot een grote rust. Door te accepteren wat er is, ontstaan er nieuwe mogelijkheden. Mogelijkheden om anders met situaties om te gaan en andere keuzes te maken. Ik kan me niet herinneren dat ik anders ben gaan eten; maar wel dat ik meer ging genieten van eten. Door meer in mijn lichaam te zijn ben ik meer mijzelf.
Maar dat is niet het enige dat mij geholpen heeft. Jarenlang heb ik een relatie gehad die heel heftig was; zo heftig dat we besloten deze te beëindigen omdat we er allebei ongelukkig van werden. Toch kon ik hem niet loslaten; dat voelde zeer benauwend. Ik kreeg een nieuwe relatie, maar het werkte niet. Ik had nog steeds een schuldgevoel naar mijn ex toe. Ook al was dit inmiddels bijna een jaar uit. Ik heb weleens gezegd in gevoel van wanhoop ‘ik kom nooit meer van hem los’. Met Margot heb ik kennis gemaakt met regressietherapie, en zijn we naar mijn vorige leven gegaan. Ik vond het in het begin heel moeilijk om te geloven dat dit bestond; maar door het ervaren twijfel ik hier niet meer aan. Ik was een vrouw, in de jaren vijftig en ik werd fysiek en geestelijk mishandeld door mijn echtgenoot. Ik had een zoontje; hij was de reden voor mijn bestaan, en de reden om bij mijn man te blijven. Op een dag rijd ik met mijn auto tegen een boom; dit wordt mij fataal. Het gaat heel snel; en ik heb geen pijn. Ik voel mijn geest mijn lichaam verlaten. En ik voel ook heel sterk dat ik mijn kind niet achter kan laten. Ik beloof mijn kind dan ook: ‘ik zal voor altijd bij je zijn’. De ziel van het kind bleek dezelfde ziel als dat van mijn ex-vriend. Daardoor kon ik hem niet loslaten; ik had het hem beloofd bij hem te zijn, voor altijd. Dat betekende dus in dit geval voor alle levens. Samen met Margot hebben we deze karmische lus die ons gevangen hield, verbroken; het hoorde bij dat leven. Niet in het hier en nu. Als moeder van dat kind ben ik ook bij hem gebleven, tot aan zijn dood als geest. Ik heb me na deze behandeling nog nooit zo vrij gevoeld. Heel lang ben ik een koukleum geweest; ineens gloeide ik, wekenlang. Mijn ex-vriend, waar ik zeer weinig contact mee had, belde me die avond zomaar op. Hij had iets gevoeld, en hij wilde dat delen. Het was opluchting, schoon worden. Hij voelde rust. Ook rust tussen ons. En dat wilde hij me vertellen. Dat hij het ook heeft gevoeld is voor mij een extra bevestiging van de kracht en de waarheid van energetische verbindingen; de kracht van karma en vorige levens. Dankzij Margot is mijn vorige leven afgesloten en kan ik nu ‘hier’ zijn. Doordat ik mijn karma heb kunnen verbreken ontstond er ruimte. In mijzelf, maar ook in mijn relatie tot mijn ex-vriend. We konden nu op een andere manier, zonder het gevoel aan elkaar vast te zitten, als een moeder en haar zoon. We gaan nu als een man en vrouw met elkaar om. Er ontstond een nieuw en veel gezonder contact. We hebben elkaar opnieuw gevonden, en het voelt ook nieuw. Schoon. We hebben voor elkaar gekozen, maar zijn niet meer onlosmakelijk verbonden en daarmee een. Zoals Margot heel mooi zei: ‘living together but also apart, because you are IN your self 1 and 1 = 2 = samen’, en vaak meer dan 2.”
Margot: Jaren later belde Nicole mij op. Ze wonen nog steeds gelukkig en wel samen.
Studente Nicole







Vrouw van 40 jaar, wilde eigenlijk niet meer leven:
“To deal or not to deal… (over een voortijdig beëindigd leven in Azië) Steeds meer kom ik erachter dat de kosmos over eindeloos veel mogelijkheden beschikt om ons attent te maken op ons pad. Aanwijzingen die we krijgen zijn in beginsel vrijwel altijd subtiel en fijntjes. Gaan we onze missie uit de weg, dan worden deze aanwijzingen uitdagender, groter en moeilijker. Als we niet bewust-zijn en geen verantwoordelijkheid nemen voor de ervaringen en de opdracht die wij op zielsniveau voor dit aardse leven hebben uitgezocht, dan sturen we boodschappen de kosmos in. Uitnodigingen om ons daar te triggeren waar onze grootste angst zit en ons daarmee de mogelijkheid te geven die angst onder ogen te zien. Het antwoord komt in aanwijzingen waarvan de impact alleen maar toeneemt als we de opdracht niet aanvaarden. Zelfs tot het niveau hard en onrechtvaardig, ondraaglijk en onverteerbaar. Wat doen we vervolgens met onze vrije wil: gaan we over tot actie bij de eerste subtiele hints of gaan we door tot het water ons aan de lippen staat en we het gevoel hebben helemaal geen keuze meer te hebben? Ik moet in een overmoedige bui geweest zijn toen ik vast stelde welke ervaringen ik in dit aardse leven wilde ondergaan. Waarom het dit keer zo’n pittige ronde is, daar heb ik onlangs een glimp van mogen opvangen.
Onder professionele begeleiding maakte ik de reis door vele levens terug. ‘k Zag mijzelf als een jongen van een jaar of 12 en leefde in Azië met mijn moeder, mijn zusje en twee broertjes. Mijn vader was overleden. We woonden in een primitief huis op palen. Op een gegeven moment brak er brand uit. Mijn kamer stond ik lichterlaaie. Ik gilde, want ik had zelf ook vlam gevat. Mijn moeder redde de anderen. Ik liet mij brandend van ons huis vallen. De hele linkerkant van mijn lichaam deed pijn. ‘k Kwam in een ziekenhuis bij. Geen idee meer hoe lang ik daar gelegen heb en hoeveel tijd er toen in het verhaal voorbij is gegaan. Het volgende beeld dat ik doorkreeg was dat ik gemeden werd. Door het littekenweefsel op mijn been liep ik mank. De linkerkant van m’n gezicht leek verwrongen en ook mijn arm en linkerkant van mijn romp waren verminkt. Toen kwam er een dag dat mijn moeder me wegbracht naar een soort tehuis. Ze kon het niet meer aanzien. Ze kon mij niet meer aanzien. Ik herinner me dat ik me van god en alles verlaten voelde. Na een tijd van verdoving heb ik me over de anderen ontfermd, voornamelijk jonge kinderen, en had er mijn taak van gemaakt om er samen met hen en voor hen een liefdevol tehuis van te maken. Na verloop van tijd voelde ik mij er veilig, geborgen en geaccepteerd. Op een gegeven moment was ik te oud en moest ik weg. Ik ben toen gaan helpen op boten, een soort van vlotten, die specerijen vervoerden. Het leven was hard. In het tehuis was men aan mij en aan mijn verminkte uiterlijk gewend. De wereld daarbuiten echter voelde koud en hard. ‘k Werd altijd nagekeken en als ik voorbij was werd er druk gesproken. Ik was dan weliswaar verminkt, maar zeker niet doof. Op mijn 27ste had ik zo’n genoeg van de starende blikken en het gefluister dat ik op een dag besloten heb dat het genoeg was. ‘k Ben een diep, donker bos ingegaan en heb mij er verhangen. Ik zag dat ze me naar verloop van tijd vonden en me in een soort van jute zak hebben gedaan en me onder die plek hebben begraven. Ver weg van waar mensen leefden.
De gebeurtenissen in mijn huidige leven verschillen hemelsbreed van mijn leven toen. De thema’s zijn echter hetzelfde. Daar waar ik toen voortijdig uit het leven ben gestapt, heb ik er in dit leven voor gekozen dezelfde ervaringen nogmaals te willen aangaan. ‘k Weet dat ik in dit leven heel lang gedacht heb dat ik niet ouder zou worden dan 27. Ik begrijp nu waar dat vandaan komt. Zo geef ik ook de voorkeur aan wijdse landschappen en voel ik me niet prettig in dichte bossen. Zoveel pijnlijke parallellen ook: waar mijn moeder me toen in het tehuis heeft achtergelaten, heb ik in dit leven door omstandigheden inmiddels ook al 14 jaar geen contact meer met mijn familie.


Het gevoel van god en alles verlaten te zijn heb ik zodoende ook in dit leven in alle hevigheid ervaren. Zoveel liefde te geven en tegen muren oplopen omdat de liefde die ik te geven heb, niet altijd ontvangen kan of wil worden. Toen niet en nu niet. Ook nu kan ik niet doorgronden waarom. Maar kennelijk is dat niet interessant. Het gaat erom dat ik er ondanks de buitenwereld voor kies licht en liefde te zijn. Maar oh, wat vind ik dat moeilijk, ook in deze ronde. Bijzonder om te ervaren dat waar ik toen in een huis op palen woonde, ik in dit leven in meerdere woningen/etages heb gewoond die via een brandtrap toegankelijk zijn. Een prachtige parallel is die met kinderen. Die ontdekking koester ik. Inmiddels ben ik zover dat ik opnieuw ervoor kies om mij over kinderen te ontfermen. Ondertussen ben ik een jaar verder. Ik heb in die tijd, naast mijn vaste, fulltime baan succesvol een intensieve opleiding tot kindercoach afgerond. Die beslissing nemen, in beweging komen, het doen en het met positief resultaat afronden, voelt zo goed! Ik mag net als in het vorige leven ervaren wat het is om ruimte in te nemen, om zichtbaar te zijn en om gezien te worden. Gezien te worden als mens met alles dat bij mij hoort. Mij goed te voelen en me vrij te voelen. Te doen wat ik wil doen en om uit te dragen in alle vrijheid, wat in mij leeft. Zonder aan mijzelf te twijfelen. Ik heb talloze aanwijzingen gekregen om mij hiertoe aan te zetten. Daarvoor moet ik grenzen stellen. ‘Ik BEN onderweg en heb grote stappen gezet. Ik moest wel, want ik wilde het niet zover laten komen tot het water mij aan de lippen zou staan en ik het gevoel zou hebben geen keuze meer te hebben. Ondertussen voel ik dat ik oud word, heel oud. Welke aanwijzingen er nog volgen; ik ga ze aan in het vertrouwen dat ik alles heb meegekregen om te dealen met wat op mijn pad komt.
Ik heb opnieuw voor deze ervaringen gekozen en ik zit de hele rit in de achtbaan uit…”
Sanne, Copywriter
Het spijt me: over een leven in Frankrijk als Charlotte, anno 1867
“Tijdens de sessie op 29 oktober jl. pak ik met Margot een drietal dingen aan: mijn ogen die zich altijd en eeuwig opensperren zodra ik iets hoor of waarneem wat gevoelsmatig iets losmaakt. Het geeft spanning en druk op zowel ogen als voorhoofd. Daarnaast het niet kunnen accepteren van mijn gevoel. Op de een of andere manier moet ik het altijd kunnen rechtvaardigen. Schuldgevoel is ook een steeds terugkerend iets. En dan de pijn in mijn linkerschouder waar ik ondertussen al zeker zes jaar mee loop. Na vijf injecties van de orthopeed vond deze het tijd om te opereren. Een arts echter, die volgens de traditionele Chinese geneeskunde werkt, raadde mij aan TaiChi te gaan doen. Met het gevoel dat ik niets te verliezen had en altijd nog in me kon laten snijden, heb ik zijn raad (nu drie jaar geleden) opgevolgd. De pijn in mijn schouder is weliswaar nog niet weg, maar bevindt zich op een draaglijk niveau. Ook deze pijn staat ergens voor en ik besluit dit te onderzoeken onder begeleiding van Margot.
Ik ga terug in de tijd en beland in 1867 in Frankrijk. Daar leef ik als Charlotte, een meisje van en jaar of 17 op het platteland. Om niet op te vallen heb ik altijd dingen die ik op onverklaarbare wijze wist, verzwegen. Tot het niet meer kon. In het dorp zorgden we voor onszelf. We verbouwden er ons eigen voedsel. Toen de tijden slechter werden, kwamen ‘mannen van de koning’ de oogsten van het dorp plunderen. Ik wist altijd wanneer ze kwamen. Omdat er onder de dorpelingen ruzie uitbrak, vanwege de honger die ontstond doordat oogsten werden weggehaald, ontkwam ik er niet meer aan om de dorpelingen te informeren. Omdat ik het telkens bij het rechte eind had, vertrouwden ze me en ik kreeg een plek van aanzien binnen de gemeenschap, zo jong als ik was. Zo gebeurde het dat ‘de mannen van de koning’ vanaf toen naast de oogsten begonnen te grijpen, omdat alles tegen de tijd dat ze kwamen, veilig verstopt was. Hun woede was daarmee gewekt. We waren ze zo meerdere keren te slim af geweest, tot die ene dag. Ik voelde dat ze kwamen, ze hadden hun tactiek echter aangepast. Ze kwamen niet overdag maar ’s avonds, gewapend met fakkels. We zagen ze aankomen en we voelden dat we moesten vluchten. Ik ben de dorpelingen voorgegaan. We trokken een rotsachtig, bebost gebied in en verstopten ons in een soort van grot. We waanden ons daar veilig, totdat ‘de mannen’ onze schuilplaats hadden ontdekt. De enige uitgang die er was sloten ze af met alles dat kon branden. Met hun fakkels staken ze het gebladerte aan. Er ontstond enorme rook en daarna brand. Zo’n veertig mensen die met mij in de grot zaten raakten in paniek, vielen over elkaar heen en probeerden weg te komen. Ik voelde mij wanhopig, schuldig en kon alleen maar uitbrengen dat het mij zo ontzettend speet. Waarom had ik dit niet voorzien? Hoe kon ik mij zo vergist hebben? Ik heb al deze onschuldige mensen die me vertrouwden de dood ingejaagd. Waarom…? En het spijt me… zijn de laatste gedachtes die ik uitschreeuw.
Onder begeleiding van Margot vraag ik de mensen mij nog een keer te vertrouwen en mij te volgen naar het licht. Ik voel me dankbaar als ik merk dat ze me volgen en ik ze mag verbinden met het licht. En dan zit ik hier nu bij Margot. Wat zegt deze ervaring mij? Frappant allereerst dat ook hier weer brand een rol speelt. Wat ik feilloos kan matchen met mijn huidige leven is het belang dat ik eraan hecht dat mijn gevoel gerechtvaardigd moet zijn. In mijn cellen zat de herinnering dat ik mensen ooit de dood heb ingejaagd doordat ze vertrouwden op mijn gevoel. Dat heeft een blokkade gezet op het vrijuit ervaren en uiten van mijn gevoel. Ik mag dat echter loslaten. Dat was in het leven van Charlotte. Dit is nu.
Ik ben een Verbinder.


De pijn in mijn schouder leg ik uit als de herinnering teveel op mijn schouders te hebben genomen. Het is bizar te merken dat mijn schouder nu, drie dagen na de sessie, na pak weg zes jaar pijn, volledig pijnvrij is! Niks niet een beetje pijn op een draaglijk niveau. Nee, volledig pijnvrij! Verder voelen mijn ogen ook ontspannen net als mijn voorhoofd. In relatief korte tijd gebeuren er zoveel bijzondere dingen. Ik kom tot inzichten die van onschatbare waarde zijn voor mijn leven nu. Het stemt me dankbaar. Ik kom op een punt dat ik vertrouwen begin te krijgen. Dat ik nog steeds c.q. weer alleen ben en nooit het geluk van het moederschap heb mogen ervaren, vind ik nog steeds pijnlijk, maar het heeft ongetwijfeld een reden, één die ik (nog niet) kan overzien. Tegelijkertijd realiseer ik me dat ik M. en V., de kinderen van mijn ex-partner, onvoorwaardelijk liefhad en dat ik van eigen kinderen niet meer had kunnen houden dan van hen. Het enige verschil is dat je eigen kinderen altijd je kinderen blijven en dat de kinderen van een partner keihard uit je leven verdwijnen als de relatie eindigt.
Ik heb geen idee wat de toekomst voor mij in petto heeft, maar het is een ultieme oefening in het hebben van geduld, vertrouwen en bewust Zijn…”
Sanne, 40 jaar